Crematieresten bestaan uit verbrand botmateriaal. Bij de verbranding verandert de structuur, krimpt, fragmenteert en verkleurt het botmateriaal. De mate van deze verandering kan iets zeggen over het grafritueel en de verbranding.
Crematieonderzoek omvat deels hetzelfde als inhumatieonderzoek. Het geslacht en de leeftijd bij overlijden worden grotendeels op dezelfde wijze vastgesteld als bij inhumatieonderzoek. De lichaamslengte is echter slechts in enkele gevallen vast te stellen. Ziekteverschijnselen worden weinig aangetroffen omdat een crematie zelden het volledige individu bevat.
Bijgiften in crematiegraven zijn in veel gevallen meeverbrand en worden daarom niet of in mindere mate teruggevonden. Op basis van de aanwezigheid van dierlijke resten, aanslag of verkleuringen op het botmateriaal kan vaak wel worden opgemerkt of het individu bijgiften heeft gekregen.